Menu Sluiten

Mensenrechten van sekswerkers



Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag had voorgesteld om in de
openingsspeech van minister Bussemaker bij de CEDAW-sessie op te nemen dat de
Nederlandse regering groot belang hecht aan het bevorderen van de mensenrechten
van sekswerkers. In de ogen van het Netwerk zou een dergelijk politiek
statement belangrijk zijn in de CEDAW-contekst. Daarnaast echter zeer zeker ook
in het internationale vrouwenrechten en gender equality debat.


De internationale
context
Een deel van de vrouwenorganisaties –zich ook wel ‘radicale
feministen’  noemend –  vindt dat prostitutie uit den boze is en
altijd gedwongen en dat sekswerk een vies woord is. De meeste van deze (vrouwen)
organisaties zijn voorstander van het strafbaar stellen van klanten. Zonder
klant geen prostitutie is de redenering van deze “End demand” beweging. In een
aantal landen heeft deze abolitionistische stroming politiek succes geboekt:
daar zijn klanten strafbaar gesteld – met name in Scandinavische landen en Frankrijk.
De meningen lopen uiteen over de vraag of deze aanpak inderdaad prostitutie of vrouwenhandel
(in de visie van deze groep hetzelfde ) doet verminderen. Er zijn geen
overtuigende cijfers.
Diverse feministische gremia zijn  gekidnapt of verlamd door het
prostitutiedebat. Een van de drijvende krachten in het ‘abo-kamp’ is de Europese
Vrouwen Lobby (EWL). Na jaren proberen zijn abolitionisten erin geslaagd op een
vrijdagachternamiddag een resolutie van die strekking aangenomen te krijgen (de
meeste afgevaardigden hadden de vergaderzaal op dat moment al verlaten op weg
naar huis).

Amnesty International en UN
Women

Aan de andere kant staan vrouwenrechten, mensenrechten, sekswerkers en
anti-mensenhandel organisaties, die sekswerk als werk erkennen. Zij gaan ervan
uit dat niet criminaliseren maar rechten waarborgen de beste bescherming is
tegen dwang en geweld. De opvatting van dit deel van de vrouwenbeweging vind je
bijvoorbeeld in het “Feminist Manifestoin support of sex workers  Rights
. Veel internationale
organisaties steunen inmiddels deze visie, zoals UNAIDS, UNDP en de WHO. In
2015 heeft ook Amnesty International  positie
bepaald in dit debat
.
Een
beleidsnota waarin de noodzaak van decriminalisering van prostitutie met het
oog op de bescherming van de mensenrechten van sekswerkers centraal stond haalde
het uiteindelijk op de jaarvergadering in de zomer van 2016.
Dit ondanks een storm aan reacties uit het abo-kamp
.
In de zomer van 2016 startte UN Women een open internet consultatie over het
onderwerp. Opnieuw een overvloed aan pro en contra reacties. De uitkomst
is nog niet bekend.

CEDAW en prostitutie
dan wel sekswerk

Het VN-Vrouwenverdrag kent in art. 6 een verplichting voor verdragstaten om
alle vormen van handel in vrouwen en van het exploiteren van prostitutie te
bestrijden met wetten en beleid. Dit artikel is tot dusver, ook in
CEDAW-context,  opgevat als het
bestrijden van gedwongen prostitutie,, zonder een standpunt over de term sekswerk
in te nemen. Het CEDAW-Comité keek vooral naar de effecten van beleid en
wetgeving op de positie van prostituees. Zo uitte het in de Conclusies enaanbevelingen aangaande Nederland in 2010 zijn zorgen over de effecten van de
voorgenomen verplichte registratie en drong aan op een risico-analyse in
samenspraak met betrokkenen en andere relevante organisaties. Het vroeg verder
om in de volgende rapportage concrete informatie te verschaffen over de
maatregelen die de Nederlandse regering heeft genomen om de arbeidsomstandigheid
van prostituees te verbeteren en hun autonomie, privacy en veiligheid te
bevorderen. De laatste jaren echter lijkt het aantal strijdbare abolitionisten
in het comité toe te nemen.

In die context leek ons een uitspraak van de Nederlandse regering in de
openingstoespraak strategisch van belang. Ze is immers voorstander van het
bevorderen van mensenrechten van sekswerkers en subsidieert daarom ook PROUD,
de vakbond van sekswerkers. Dat zou het de pro-mensenrechten-sekswerkers in het
CEDAW-Comité gemakkelijker maken een compliment hiervoor op te nemen in de
Concluding Observations.

Toch niet opgenomen in
de toespraak van de minister
Met een positief advies van de PV (Permanente
Vertegenwoordiging bij de VN in Geneve), het verantwoordelijk departement
(Veiligheid & Justitie) en instemmende bewoordingen vanuit de Directie
Emancipatie dachten we dat er geen beren meer op de weg zouden zijn. Misgerekend,
al weten we nog niet wat nu de doorslag heeft gegeven om geen positief
statement op te nemen in de toespraak.

Revanche?
Gelukkig heeft de minister zich later in de sessie wel
positief over de mensenrechten van sekswerkers uitgelaten. In antwoord op een
vraag naar programma’s ter bevordering van het verlaten van de prostitutie
antwoordde ze: If it’s her decision
(to engage in sex work) we want to
support her and inform her about her rights and support her in exiting ONLY if
she wants to.”
Met dank aan Hella Dee van PROUD die deze uitspraak via
Twitter onmiddellijk deelde.
Of met deze duidelijke uitspraak strategisch ook  de kansen voor een positieve uitspraak over
mensenrechten van sekswerkers door CEDAW bevorderd zijn, valt te bezien.

Lukt dat niet dan kan de regering zich revancheren met een side-event tijdens
de Commission on the Status of Women komende maart.

Leontine Bijleveld
(met dank aan Marjan Wijers)