Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag verzorgt, telkens als de regering een rapportage uitbrengt aan CEDAW, een zogenaamde schaduwrapportage namens de Nederlandse NGO’ s en CSO’s.
De Nederlandse regering moet om de vier jaar aan het CEDAW-comité, het comité dat toezicht houdt op het VN-Vrouwenverdrag, rapporteren op welke wijze zij vrouwenrechten de afgelopen jaren heeft gewaarborgd en wat zij heeft gedaan om de positie van vrouwen te verbeteren. Momenteel zit Nederland in de zevende rapportagecyclus die de periode 2021- 2024 betreft. Nederland is in 2020 overgestapt op de zogenaamde verkorte rapportageprocedure. Dat betekent dat het CEDAW-Comité eerst vragen aan de regering formuleert (List of Issues Prior to Reporting). De regeringrapportage moet deze issues behandelen. In de eerste schaduwrapportage brengt het Netwerk het CEDAW-Comité vanuit Nederlandse NGO’s en CSO’ s aangedragen punten van zorg onder de aandacht. Een tweede schaduwrapportage zal de regeringsrapportage becommentariëren, zo nodig aanvullende gegevens aandragen en actuele ontwikkelingen aan de orde stellen.
Hieronder de link naar de pagina waarop alle documenten uit de zevende cyclus worden opgenomen: de regeringsrapportage, schaduwrapportages, persberichten, facsheets, CEDAW-documenten e.d..
Zevende rapportage cyclus 2021 –
Wie oudere documenten wil raadplegen vindt deze op de pagina’s van de verschillende rapportagecycli:
Zesde Rapportagecyclus 2014 -2018
Vijfde Rapportagecyclus 2008 – 2013
Vierde Rapportagecyclus 2005-2007
Tweede en Derde Rapportagecyclus 1998-2001
Eerste Rapportagecyclus 1992-1994
Nationale rapportages aan Staten Generaal:
De rapportagecyclus was vroeger langer en bestond eerder uit verschillende fases waarin naast de regering en het comité Nederlandse NGO’s een belangrijke rol spelen:
- De cyclus begon met een regeringsrapportage waarin informatie met betrekking tot vrouwenrechten, discriminatie en gelijke kansen voor vrouwen wordt uiteengezet; hoe is de situatie in het land en wat wordt/is er aan gedaan?
- Tijdens de presessie van het CEDAW comité stelde een werkgroep van het comité vervolgens een lijst op met kwesties en vragen (List of Issues) waarbij zij gevoed wordt door informatie van verschillende maatschappelijke (vrouwen)organisaties (schaduwrapportage).
- Hierop volgt (binnen drie maanden) een schriftelijke reactie van de regering. Deze werd in een volgende schaduwrapportage van kritisch commentaar voorzien.
- Vervolgens vindt er tijdens een CEDAW-sessie een mondelinge dialoog tussen het CEDAW comité en de regeringsdelegatie plaats: een dag lang stelt het comité vragen aan de regering en moet de regering zich verantwoorden aan het comité. Vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties voorzien in deze fase comitéleden van aanvullende informatie.
- Hierna volgen er conclusies en aanbevelingen van het CEDAW comité (Concluding Observations) waarmee de regering zich de komende jaren moet bezighouden om vervolgens weer na vier jaar een rapportage te schrijven over wat zij hiermee gedaan heeft en welke veranderingen er hebben plaatsgevonden.
- Op twee of drie onderwerpen moet de regering zich al na twee jaar verantwoorden; dit is een follow-up of tussentijdse regeringsrapportage waarbij het CEDAW comité ook tussentijdse observaties van NGO’s verwelkomt voordat het een oordeel velt over de tussenrapportage.
Het CEDAW-comité betrekt bij het samenstellen van de List of issues & questions en de mondelinge dialoog informatie die aangeleverd wordt door diverse (vrouwenrechten) NGO’s en het College voor de Rechten van de Mens (CRM). Een team van schaduwrapporteurs is verantwoordelijk voor een coherente presentatie van de input van het veld. De informatie uit het maatschappelijke middenveld is van cruciaal belang, omdat CEDAW anders niet kan beoordelen of regeringen een waarheidsgetrouwe weergave van de werkelijkheid in hun rapportage hebben gegeven. In Nederland faciliteert het Netwerk VN-Vrouwenverdrag de schaduwrapporteurs bij het schrijven van hun ‘schaduwrapportage’ .
Voorheen waren de Concluding Observations het sluitstuk van de rapportagecyclus. De regering wordt geacht om in een volgende rapportagecyclus ( vier jaar later) CEDAW te informeren wat het heeft gedaan om de aanbevelingen uit te voeren en welke resultaten zijn geboekt. Inmiddels heeft het CEDAW-comité een tussentijdse rapportage over twee onderwerpen ingelast. De Nederlandse regering is verzocht om tussentijds (voor november 2018) te rapporteren over de uitvoering van de aanbevelingen over genderstereotypen, verbetering van data verzameling van alle vormen van geweld tegen vrouwen en de bestrijding van zwangerschapsdiscriminatie. Voor de beoordeling van deze tussentijdse rapportage kunnende Nederlandse NGO’s gelijktijdig met de tussentijdse regeringsrapportage, hun bevindingen met betrekking tot deze onderwerpen aan CEDAW rapporteren.